Een stukje geschiedenis van aromatherapie

Etherische oliën worden al duizenden jaren gebruikt in parfums en cosmetica en in medische en culinaire toepassingen. Oude vedische literatuur uit India en medische verslagen uit China van meer dan 2.000 jaar v. Chr.maken al melding van het gebruik ervan.

De bekendste gebruikers uit de oudheid zijn misschien wel de Egyptenaren. De oude Egyptenaren waren experts op het gebied van cosmetica en beroemd om hun kruidenpreparaten en zalven. Cleopatra zou zelfs gebruik hebben gemaakt van rozenolie om Marcus Antonius te verleiden. Natuurlijke cosmetica en parfumstoffen behoorden tot de eerste handelswaar. De kennis van etherische oliën werden door de Egyptenaren overgedragen op de Grieken, die op hun beurt de kennis weer overdroegen op de Romeinen.

De kennis drong ook langzamerhand door in Europa. In de middeleeuwen maar ook bijvoorbeeld in de 1e wereldoorlog werd gebruik gemaakt van etherische oliën in medische toepassingen. De moderne medische wetenschap had grote belangstelling voor de geneeskrachtige eigenschappen van etherische oliën. Een opmerkelijke aromatherapie toepassing uit de 19-de eeuw is o.a. “Papier d’arménie”.
Men deed onderzoek naar de complexe chemische samenstelling om te bepalen welke componenten voor welke geneeskrachtige eigenschappen verantwoordelijk waren. Uiteindelijk is men er in geslaagd de voornaamste stoffen uit de oliën te isoleren of na te maken en zo te gebruiken in conventionele geneesmiddelen.
De moderne geneeskunst was geboren.